Oficieren


Draaghouding opgestoken sabel;

Op de plaats en in de houding:

  • de houding is als ongewapend (de armen gestrekt langs het lichaam, de handen nagenoeg plat met aaneengesloten vingers terzijde tegen de benen);

In de mars:

  • de rechterarm wordt op natuurlijke wijze bewogen;
  • de schede van de officierssabel kan met de linkerhand worden vastgehouden, zodanig dat deze schuin achterwaarts naar beneden is gericht;
  • wordt de schede vastgehouden dan is dit in bovengreep, tussen duim en de voorste twee vingers, de ringvinger en pink samengevoegd achter de greep;
  • wordt de schede niet vastgehouden dan dient de linkerarm gestrekt langs het lichaam, de hand nagenoeg plat met aaneengesloten vingers terzijde tegen het been, te zijn.

Draaghouding getrokken sabel (Volgens art. 429, reglement 1913)
Op de plaats en in de houding:

  • de sabel wordt met het scherp naar voren en de rug tegen de schouder;
  • recht op en neer in de rechterhand gehouden;
  • de arm omlaag en bijna gestrekt, de elleboog ongedwongen teruggetrokken;
  • de greep tussen de duim en de voorste twee vingers, de overige vingers samengevoegd en naar achter;
  • de schede van de officierssabel kan met de linkerhand worden vastgehouden, zodanig dat deze schuin achterwaarts naar beneden is gericht;
  • wordt de schede vastgehouden dan is dit in bovengreep, tussen duim en de voorste twee vingers, de ringvinger en pink samengevoegd achter de greep;
  • wordt de schede niet vastgehouden dan dient de linkerarm gestrekt langs het lichaam, de hand nagenoeg plat met aaneengesloten vingers terzijde tegen het been, te zijn.

In de mars:

  • de rechterhand neemt de natuurlijke beweging, terwijl de kling tegen de bovenarm rust;
  • de schede van de officierssabel kan met de linkerhand worden vastgehouden, zodanig dat deze schuin achterwaarts naar
  • beneden is gericht;
  • wordt de schede vastgehouden dan is dit in bovengreep, tussen duim en de voorste twee vingers, de ringvinger en pink samengevoegd achter de greep;
  • wordt de schede niet vastgehouden dan dient de linkerarm gestrekt langs het lichaam, de hand nagenoeg plat met aaneengesloten vingers terzijde tegen het been, te zijn;
  • de koning en keizer volgen voor wat de schede betreft de officieren vanwege uniformiteit binnen de groep.

Op de plaats rust:

  • bij het rusten op de plaats is de sabel met de punt omlaag gebracht;
  • van de officierssabel kan de punt op de grond worden geplaatst.

Sabel Onderdelen

© 2007 OLS NORMENCOMMISSIE